De restlegaat is een nuttige bepaling voor degenen die de goederen binnen de bloedlijn recht naar beneden willen erven. Hieronder volgen drie toepassingen van deze bepaling.
Toepassing 1
Voorbeeld: Stel dat de erflater twee zonen heeft, van wie er één getrouwd is en twee eigen kinderen heeft. Hij wil dat zijn erfenis binnen de bloedlijn blijft en kan geen zijsprong maken op de schoondochter of haar familie (de zogenaamde 'koude kant'). Als hij zijn nalatenschap eenvoudigweg aan zijn zoon vermaakt, worden deze goederen in het vermogen van de zoon opgenomen. Wanneer de zoon overlijdt, maakt het vermogen uit de nalatenschap van zijn vader deel uit van zijn vermogen. De 'reserve' van de echtgenote van de zoon (de helft van de nalatenschap van de zoon in vruchtgebruik) kan dus gaan over vermogen uit de nalatenschap van de vader.
Bovendien kan de zoon beslissingen nemen waarbij hij zijn vermogen maximaal aan zijn vrouw geeft. Op die manier kan het vermogen van de vader aan de koude kant verdwijnen. Ook al heeft de schoondochter alleen het vruchtgebruik van de nalatenschap van haar echtgenoot, zij kan dit vruchtgebruik omzetten in kapitaal.
Door het restlegaat wordt wat de zoon van zijn vader erft, bezwaard door de clausule dat wat overblijft na het overlijden van de zoon (de bezwaarde) toekomt aan zijn kinderen (de verwachters). De zoon kan vrijelijk over de geërfde goederen beschikken: hij kan ze onder bezwarende titel vervreemden, maar hij kan ze niet weggeven of er een testament over maken. Het is ook het beste om deze clausule te combineren met een zogenaamde uitsluitingsclausule, die tot doel heeft ervoor te zorgen dat de geërfde goederen nooit kunnen worden ingebracht in een gemeenschappelijke nalatenschap, noch kunnen worden betrokken bij een verrekeningsclausule.
Op deze manier gaan de goederen inderdaad in een rechte lijn van grootvader naar zoon als bezwaarde erfgenaam. Wat niet door hem is gebruikt en wat overblijft als hij sterft, komt dan bij de kleinkinderen terecht. Ook kan worden vastgesteld dat als er op moment van overlijden van de zoon geen nakomelingen zijn, bijvoorbeeld zijn broer of zus, kan worden aangeduid als verwachters, en mogelijk ook hun nakomelingen. Op deze manier kan deze clausule ook leiden tot een optimalisatie vanuit fiscaal oogpunt. Immers, als grootvader de goederen binnen de bloedlijn wil houden en de zoon zou sterven zonder nakomelingen, dan zou een directe erfenis van die goederen aan zijn broer of zus tegen een hoog tarief (in Vlaanderen maximaal 55%) plaatsvinden. Wegens de resterende erfenis wordt verwacht dat de broer van de overleden zoon (de aanstaande) rechtstreeks van zijn vader (de vervreemder) ontvangt, zodat het lagere tarief voor de rechte lijn van 3%, 9% en 27% van toepassing is.
Toepassing 2
Een andere nuttige toepassing van het restlegaat doet zich voor bij kinderloze paren en samenwonenden, waarbij de zorg voor de overlevende echtgenoot wordt gecombineerd met de teruggave van het vermogen aan de familie van de eerste overledene. Om het toepasselijke tarief voor deze terugkeer te bepalen, wordt rekening gehouden met de relatie tussen de oorspronkelijke erflater en de aanstaande erflater.
Toepassing 3
Een bijzondere toepassing van het resterend legaat betreft de zorgen van ouders van een gehandicapt kind. Om de financiële toekomst en de zorg voor het kind te waarborgen, kan het kind als erfgenaam worden aangewezen en kan de persoon (of instelling) die verantwoordelijk is voor de zorg voor het kind na het overlijden van beide ouders als verwachters worden aangewezen. Hier kan het beding fiscaal gezien minder interessant zijn, afhankelijk van de derde die als verwachtingspatroon optreedt.
Opmerkingen
0 opmerkingen
U moet u aanmelden om een opmerking te plaatsen.