Een overlijden moet aangegeven worden bij de burgerlijke stand van de gemeente van de plaats van overlijden. De wet voorziet geen termijn binnen dewelke de aangifte van overlijden moet gebeuren. Algemeen wordt aanvaard dat het zo snel mogelijk moet gebeuren en dit binnen de vijf dagen na het overlijden.
Opgelet: Doorgaans doet de begrafenisondernemer de aangifte van overlijden. Nabestaanden kunnen ook zelf aangifte doen in de gemeente of stad waar het overlijden plaatsvond. Echter dit wordt dit niet overal toegestaan. Een medewerker van de Burgerlijke stand verwijst soms door naar een begrafenisondernemer.
De gemeente moet in het bezit komen van het trouwboekje, identiteitskaart, doktersattest evenals het attest van de laatste wilsbeschikking. Dit kan nagekeken worden in het bevolkingsregister en opgevraagd worden bij de gemeente waar de persoon verblijft. Het overlijden moet aangegeven worden door twee privé-personen (gratis), door de Vereniging voor Begrafenissen en Crematies (V.B.C.) (sociaal tarief) of door een begrafenisondernemer (betalend).
Indien het overlijden zich voordoet buiten de gemeente van de woonplaats wordt de akte van overlijden, opgemaakt op de plaats van overlijden, overgeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente van de woonplaats. Op die manier kunnen ook in de woonplaats uittreksels uit de overlijdensakte worden afgeleverd. Een “vrije” overlijdensakte is gratis, een exemplaar voor notaris bij een erfenis bijvoorbeeld is betalend (zegels) en verschilt van prijs per gemeente. De overledene kan pas worden begraven of gecremeerd nadat de gemeente daarvoor toestemming heeft gegeven. Dat kan ten vroegste 24 uur na het overlijden.
Contacteren van de begrafenisondernemer
Het contacteren van de dokter en gemeente kan gebeuren door de naaste familie of door een begrafenisondernemer.
Tip: zoek naar een begrafenisondernemer op onze kaart.
Opmerkingen
0 opmerkingen
U moet u aanmelden om een opmerking te plaatsen.